Cauwenborgh is Erkend Restauratie Bouwbedrijf. Dat betekent dat wij werken volgens de procedures en uitvoeringsrichtlijnen van Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg BRL-ERB300. Bij de proef restauratie volgen we de procedures van URL 4001 Historisch Timmerwerk (onderdeel van BRL-ERB300).
Het uitgangspunt bij restauratie is dat behoud voor herstel gaat, zodat zoveel mogelijk van het originele (cultuurhistorische) materiaal behouden blijft. Hier sluit onze werkwijze volledig bij aan. De keuzes voor het herstelwerkzaamheden maken we op basis van de ‘restauratieladder’. In principe is de eerste keuze conserveren, daarna ga je over tot repareren en als dit beide niet mogelijk of verantwoord is, gaan we over tot vernieuwen. In vernieuwen heb je vervolgens 3 gradaties: kopiëren, imiteren en verbeteren. Verbeteren is het minst wenselijk.
Hieronder motiveren we de keuzes die we hebben gemaakt uitgaande van de URL4001, voor de proef restauratie van het raam.
Na het kaal maken van het raam bleek vooral de onderdorpel en de onderzijde van de staande roeden aangetast te zijn door houtrot. Het repareren van deze aansluitingen betekent een aantal deelreparaties (instukken), die de onderdorpel en de constructieve verbinding aan het raamhout en roeden uiteindelijk verzwakken. In dat geval ‘hangt de dorpel van reparaties aan elkaar’.
We hebben daarom besloten om de onderdorpel te vernieuwen voor een duurzaam herstel. Zoals in de URL omschreven, gaan we hierbij uit van vernieuwing zonder verbetering of aanpassing in de detaillering en profilering. Het kozijn heeft na reparatie dus exact dezelfde eigenschappen en hetzelfde uiterlijk. De oorspronkelijke verbinding met de toognagels kopiëren we ook, hierdoor is in de toekomst een deelvervanging mogelijk. De onderdorpel kan gedemonteerd worden na het verwijderen van de toognagels. Deze bewerkingen zijn getoetst aan de ‘keuzetabel restauratie categorieën bij geveltimmerwerk” en toegestaan conform categorie 3a “kopiëren”.
De ondereinden van de staande roeden zijn aangescherft. Dit is een historische hersteltechniek van hout, waarbij je slecht hout schuin zaagt en vervanget door een nieuw stuk hout. Aangeschreft hout kan geen belasting dragen.
Ter voorbereiding op de restauratie overleggen we met de betrokken vaklieden en schilder. Bij ons denkt de vakman altijd mee over de juiste aanpak. Daarnaast raadplegen we verschillende fabrikanten van vul- en lijmmiddelen. Vervolgens schrijven we een werkinstructie en zijn in overleg de doorlooptijden vastgesteld. Uiteraard is hierbij rekening gehouden met de droogtijden van de lijm- en vulmiddelen en grond- en afwerklagen.
De werkzaamheden zijn uitgevoerd in ons eigen restauratiewerkplaats. Met aandacht voor het op de juiste manier opslaan van het materiaal (goede conditionering), het gebruik van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen, het voorkomen van stofproductie en een juiste afvalinzameling.
Eén componenten primer
Het kops hout en een gedeelte van het nieuwe hout dat na montage niet meer zichtbaar of bereikbaar is, behandelen we voor met een primer of sealer. We hebben gekozen voor een één componenten primer (van het fabricaat Drywood). Dit bouwt geen laagdikte op die nadelig kan zijn voor aanpassing. De primer is afgestemd op de afwerklagen en voldoet aan de door SKH (kwaliteits keuringsinstantie) gestelde eisen zoals gesteld in de URL.
Vul- en lijmmiddel
Voor de toepassing van vul- en lijmmiddelen verwijst de uitvoeringsrichtlijn voor historisch timmerwerk (URL 4001) naar de publicatie 02-03 van SKH. Per 1 januari 2018 is deze vervangen door de publicatie SKH93-03. Hierin staan een aantal fabrikanten en producten die zijn goedgekeurd als reparatiemiddel. Na het raadplegen van diverse fabrikanten en bekijken van de verwerkingsvoorschriften hebben we gekozen voor de toepassing van Renoquick van fabrikant Renovaid. Dit is een elastische reparatieplamuur en lamineer pasta op basis van epoxy. Het is duurzaam, blijvend elastisch en één van de weinige middelen bruikbaar als vulmiddel én als lijmmiddel voor deelreparaties. Toepassing van een primer is niet nodig en je kunt het afwerken met onder andere alkydharsverf.
In de verwerkingsvoorschriften van de veel voorgeschreven middelen is de eis opgenomen, dat bij deelreparaties een naad van ten minste 5 mm aangehouden moet worden. Dit betekent dat onnodig extra historisch materiaal moet worden weggefreesd. Daarnaast ontstaat er een forse naad tussen het historisch materiaal en de deelreparatie. Op deze naad ontbreekt de profilering, dit modelleren we met vulmiddel.
Wij hebben gekozen voor een goede passing van de deelreparatie, waarbij we de naden zo klein mogelijk houden (voldoet aan de eisen van de URL en verwerkingsvoorschriften van het product). Renoquick is hiervoor zeer geschikt. Onze medewerkers hebben bij Renovaid de cursus ‘professioneel houtherstel’ gevolgd voor de toepassing en verwerking van hun producten.
Om een indruk te geven van de kwaliteit van de verbinding hebben we een kleine proef gedaan door een stuk kops hout te verlijmen op een stuk langshout. Na de droogtijd is het stuk op trek belast, waarbij pas na grote belasting de verbinding bezwijkt. Op de foto hiernaast kunt u duidelijk zien dat de lijmverbinding sterker is dan het hout zelf. De juiste verwerkingsvoorschriften, condities en droogtijden zijn meegenomen in de werkinstructie en als zodanig uitgevoerd. Dit is te zien op foto 1.
Voordat we zijn gestart met de herstelwerkzaamheden meten we het vochtigheidspercentage van het raam. Dit meten we bewust met een vochtmeter die het vochtpercentage van het kernhout meet. Metingen met oppervlakte meters kunnen een verkeerd beeld geven. We meten bij de onderdorpel, omdat dit het meest ‘vochtbelaste’ onderdeel is van de constructie. Zoals te zien is op foto 2 was het vochtigheidspercentage 11,2%.
Voor de vernieuwing van de houten onderdorpel en ondereinden van de roeden is het juiste hout geselecteerd. We hebben gekozen voor grenen kerhout (conform URL par. 4.2.2). Dit komt overeen met het originele hout van het raam en de zaagwijze (kwartiers tot half-kwartiers). Het hout is vlak, gaaf en vertoont geen draad, kwasten of noesten. Het hout is fijnnervig en voldoet ruimschoots aan de eisen die zijn gesteld met betrekking tot de groeiring breedte van paragraaf 4.2.6 van de URL. Voor verwerking hebben we het vochtigheidspercentage van het kernhout gemeten, zoals foto 3 laat zien was dit 14%. Het vochtigheidspercentage voldoet daarmee aan het vochtgehalte zoals aangegeven in paragraaf 4.2.7 van de URL, zie foto 3.
Het is belangrijk om de maatvoering exact vast te leggen. Historische kozijnen zijn namelijk zelden haaks c.q. recht en na de herstelwerkzaamheden plaatsen we ze terug op de oorspronkelijke plaats in het venster. We maken een soort mal door het raam met houten latten als ‘contour’ na te maken op een plaat.
Verder is de profilering nader bekeken. De profilering van het raam is geen ‘zuiver’ duivejagerprofiel, daarom hebben we het profiel ingemeten en de maatvoering exact gekopieerd op het freesmes. Vervolgens hebben we dit op maat geslepen. Op deze manier kunnen we garanderen dat de nieuwe profilering exact overeenkomt met de historische profilering.
Lees ook:
Proef restauratie gevelramen: stap 1 visuele inspectie
Stap 2: verwijderen glas, afwerklagen en beslag